1 eetl. fijngehakte peterselie of korianderblaadjes
2 citroenen, elk in 8 schijfjes gesneden
Bereiden :
De dhal wassen en laten uitlekken. Breng het water met de laurierblaadjes aan de kook en voeg de dhal toe. Als het water opnieuw aan de kook komt, dekt u de pan half af en draait u de vlam laag. Laat alles 20 minuten koken, zodat de dat redelijk zacht is. Verwijder het
schuim en voeg de kurkuma en boter toe. Doe de gesneden groenten erbij, leg het deksel weer op de pan en laat de dat doorkoken tot de groenten gaar zijn en de dat helemaal kapot gekookt is. Laat de dhal op een lage vlam doorkoken terwijl u de masala klaarmaakt.
Verhit de 2 eetlepels ghee in een klein koekenpannetje en bak er de komijnzaadjes en de fijngemaakte Spaanse pepers in. Even roeren.
Als het komijnzaad donker wordt, voegt u de gember en asafoetida toe. Laat alles nog een paar seconden bakken. De pan even draaien en kantelen en dan de specerijen in één beweging bij de dhal doen (voorzichtig!). Haal de pan van het vuur, voeg het zout toe en roer alles even door.
Leg het deksel weer op de pan en laat de specerijen ongeveer 5 minuten in de dat trekken. Dhal tarkari hoort dun te zijn; als de soep te dik is, giet er dan wat heet water bij. Garneer de dhal met wat peterselie of korianderblaadjes en een schijfje citroen en serveer hem heet bij de lunch, met rijst, groente en brood.